UITBREIDING NATIONAAL BEIAARDMUSEUM
 
  Museum Asten  

ASTEN - Het Nationaal Beiaardmuseum in Asten heeft in 2002 een herinrichting ondergaan en is flink vergroot. Met de aanbouw van twee nieuwe vleugels is de totale expositieruimte meer dan verdubbeld. Ook de collectie is aanzienlijk uitgebreid. Initiator van dit ambitieuze project is hoofdconservator Dr. André Lehr. De gemeente Asten nam de uitbreiding van het gebouw en de daartoe noodzakelijke fondsenwerving ter hand. Op vrijdag 29 november 2002 is het vernieuwde museum feestelijk heropend.

GESCHIEDENIS
Op 10 mei 1969 opende burgemeester Jac. Rutten het Beiaardmuseum dat was ondergebracht op de zolder van het Astense gemeentehuis. De collectie bestond op dat moment uit klokken die in bruikleen waren ontvangen van de Koninklijke Eijsbouts, een verzameling archeologische en etnografische bellen en klokjes van André Lehr, en enige eigen objecten waaronder een trommelspeelwerk. Omdat het museum gehuisvest was in het gemeentehuis kon het uitsluitend in de weekeinden voor het publiek worden opengesteld.

In 1975 kon het Beiaardmuseum samen met het Natuurhistorisch Museum worden ondergebracht in een oude boerderij die daartoe werd verbouwd en uitgebreid. Het museum werd op 13 juni door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard in gebruik gesteld. De conservators van beide musea waren vrijwilligers. Nadat het museum in de beginperiode jaarlijks meer dan 80.000 bezoekers ontving, beweegt het bezoekersaantal zich nu al geruime tijd rond de 40.000.

De gemeente Asten stelt het gebouw beschikbaar en subsidieert ook de exploitatie. Daardoor beschikt het museum thans voor het eerst in zijn bestaan over een betaalde conservator in de persoon van Rainer Schütte, afkomstig van het 'Glockenmuseum' in Gescher (Duitsland). De huidige hoofdconservator Dr. André Lehr zal na de voltooiing van de uitbreiding in 2003 zich alleen nog met bijzondere projecten bezighouden. Het museum beschikt over een eigen werkplaats.

COLLECTIE
Voor uitbreiding van de collectie waren in de afgelopen jaren ruime middelen beschikbaar in de vorm van subsidies van verschillende fondsen en donaties van de Vrienden van het Nationaal Beiaardmuseum. De museumcollectie is thans opgebouwd uit:

  • Luidklokken vanaf de twaalfde eeuw, in het bijzonder uit Nederland en Vlaanderen.
  • Klokkenspelen met bijbehorende klavieren en speeltrommels vanaf de 16de eeuw.
  • Oefenklavieren vanaf de 18de eeuw.
  • Torenuurwerken vanaf de 16de eeuw.
  • Twee astronomische kunstuurwerken.
  • Een archeologische verzameling bellen.
  • Niet-Europese klokken uit onder meer Afrika, India, Zuid-Oost Azië en Indonesië.
  • Een verzameling boeken en manuscripten.
  • Gipsafgietsels van in 1942 door de Duitsers gevorderde klokken.

     

Het museum bezit thans circa 4.000 objecten en meer dan 12.000 boeken en manuscripten. Van meet af aan is naar een interactieve opstelling van klokken en uurwerken gestreefd. Bezoekers kunnen zelf klokken luiden, beieren of zelfs een kleine beiaard bespelen. De uitbreiding van het museum omvat:

  • Een klokkengieterij in 18de eeuwse stijl.
  • Een tijdhal met twee astronomische kunstuurwerken en een tijdlijn.
  • Een klokkentoren met een automatisch spel van grote terts-klokken.
  • Een campanologiehal.
  • Een bibliotheek.
  • Een aanzienlijk verbeterd en beveiligd depot.

     

KLOKKENGIETERIJ
In het museum is een heuse klokkengieterij in 18de eeuwse stijl nagemaakt. De inrichting is zo natuurgetrouw dat bezoekers de indruk krijgen dat de vormers en gieters net even weg zijn voor de schaft. In een sfeervolle historisch verantwoorde werkplaats ziet men een reeks klokkenvormen, een gietput met vormen en een smeltoven. Voorts worden in deze ruimte allerlei hulpstukken en hulpstoffen getoond, zoals een leembank, een waag, leem, en was.

CAMPANALOGIEHAL
nieuwe campanologiehal zal pas in het voorjaar van 2003 definitief zijn ingericht. In deze hal zullen de volgende onderwerpen worden toegelicht:

  • Het ontwerpen van een klok met passer en liniaal en de profielkeuze.
  • De boventonen van een klok en de technieken om deze boventonen te meten.
  • Het zichtbaar maken van de wijze waarop een klok trilt.
  • Het stemmen van een klok op een draaibank.
  • Het timbre of de klankkleur van een klok.
  • Het berekenen van een klokprofiel met behulp van een computer.
  • De grote terts-klok en de daaruit voortgevloeide grote terts-beiaard.
  • Klokkenonderzoekers in het verleden en hun wetenschappelijke nalatenschap.

     

TIJDLIJN
Op een tijdlijn wordt zichtbaar gemaakt hoe de klok zich vanaf het begin van de middeleeuwen tot in de huidige tijd heeft ontwikkeld. Aldus is te zien hoe het klokprofiel vanaf een bijenkorfmodel evolueerde naar het tegenwoordige model met als laatste loot de grote terts-klok in de vorm van een cimbaal. Ook ziet men hoe de wetenschap de klokkengieter ter zijde stond met steeds betere meetinstrumenten.

BIBLIOTHEEK
Het museum beschikt over een uitgebreide bibliotheek met meer dan 12.000 boeken en manuscripten. De bibliotheek is voor de serieuze onderzoeker op afspraak toegankelijk.

TOREN MET KLOKKENSPEL
Bovenin de nieuw gebouwde toren van het museum hangt thans een automatisch spelend carillon bestaande uit grote terts-klokken. Het gaat hierbij om een door het museum ontwikkelde variant op de eerste grote terts-klok. De klok heeft het model van een gewone klok, maar is veel minder hoog. Het door Eijsbouts gegoten spel telt 25 klokken volgens de reeks c2 – d2 – e2 – chromatisch – d4. De diameter van de grootste klok is 74 cm (gewicht 138 kg) en die van de kleinste 22 cm (gewicht 6 kg). Tijdens de openingsuren van het museum speelt het carillon elk kwartier. In de avonduren zijn klokken en toren feestelijk verlicht.

 

Back