INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN HOORN / ENKHUIZEN
 
  Schilderij met een VOC-schip  

HOORN - In 2002 was het 400 jaar geleden dat de 'Verenigde Oost-Indische Compagnie' (VOC) werd opgericht. Aan dit feit werd door de zes VOC-steden in Nederland (Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn, en Enkhuizen) aandacht besteed door het organiseren van diverse evenementen en activiteiten.

COMPOSITIEWEDSTRIJD
Eén van de activiteiten die door de vereniging 'Het Carillon te Hoorn' was georganiseerd betrof een internationale compositiewedstrijd voor beiaard. Componisten waren uitgenodigd één of meer nieuwe werken te schrijven. Hoewel aan vorm en stijl van de compositie geen eisen werden gesteld, moest het werk wel gebaseerd zijn op één of enkele liederen uit de tijd van de VOC. Het was voldoende als het lied onderwerp van de compositie zou zijn en dus niet noodzakelijk om hele liederen te citeren. Overigens moest de compositie wel geschikt zijn voor uitvoering op een beiaard in middentoonstemming.

Alle ingezonden werken zijn beoordeeld door een jury bestaande uit Peter Bremer (voorzitter, musicoloog, beiaardier), Wim Franken (componist, beiaardier), Mathieu Dijker (componist, beiaardier), Carl Van Eyndhoven (docent aan het Lemmens-instituut in Leuven, organist, beiaardier), en Geert Bierling (organist, beiaardier). Bij de waardering van de composities werd met name gelet op originaliteit, muzikaliteit en geschiktheid voor uitvoering op beiaard.

EERSTE PRIJS
De eerste prijs van EUR 1.815,00 werd toegekend aan Geert D'hollander uit Antwerpen (België). De jury was unaniem van mening dat zijn werk Een Aangename Voois – een fantasie in drie delen – het beste van alle inzendingen was. Jurylid Mathieu Dijker schreef in zijn rapport: "Dit is echt een compositie met verwerkingen in klein en groot verband en met samenhang en contrast tussen de delen, thematische beheersing en voortgang met als resultaat een beiaard die droomt en lacht en zingt en helemaal geëtaleerd wordt."

Het werk Parafrase van componist Johan Adriaenssen (Noorwegen) eindigde op een tweede plaats. Als derde koos de jury Cantio matutina geschreven door Radek Rejsek uit Praag (Tsjechië).

In totaal werden inzendingen ontvangen van zestien componisten uit Nederland, Tsjechië, Noorwegen, België, Groot-Brittannië, en de USA. De vereniging 'Het Carillon te Hoorn' heeft met financiële steun van de stad Hoorn de beste werken in het 'Hoorns VOC-beiaardboek' gepubliceerd.

INTERPRETATIEWEDSTRIJD
De compositie van eerste-prijs winnaar Geert D'hollander was ook meteen het verplichte werk van een internationale beiaardwedstrijd. Dit concours, georganizeerd door de stad Enkhuizen en de 'Enkhuizer Klokkenspel-Vereniging' in samenwerking met de 'Nederlandse Klokkenspel-Vereniging', vond op 22 juni 2002 plaats in Enkhuizen. Het was het 75ste concours dat in Nederland sinds 1927 werd gehouden.

Een matig schijnend zonnetje begeleidde jury, publiek en deelnemers aan het eind van de middag tijdens de wandeling naar de lichte beiaard van de Drommedaris (39 klokken in middentoonstemming). Aldaar demonstreerden drie beiaardiers hun kunnen tijdens improvisaties over een door de jury gekozen VOC-lied.

Leden van de jury waren Peter Bremer (voorzitter, musicoloog, beiaardier), Roel Smit (beiaardier, organist en koor-dirigent), Koen Van Assche (beiaardier), Frank Meijer (beiaardier) en Peter Plompen (pianist, componist).

PRIJSWINNAARS
De burgemeester van Enkhuizen, Mr. S.P.M. de Vreeze, reikte de prijzen uit. Wim Ruitenbeek uit Nijkerkerveen won de eerste prijs in categorie A. De tweede prijs was voor Mathieu Polak uit Driebergen. Malgosia Drzewiecka uit Gdansk (Polen) was winnaar van de eerste prijs in categorie B. De tweede prijs ging naar Jasper Stam uit Kampen. De jury beoordeelde de improvisatie van Gijsbert Kok uit Bodegraven als de beste en kende hem de Dr. Van der Elst-klok toe, de wisselprijs voor improvisatie.

VERENIGDE OOST-INDISCHE COMPAGNIE
In de 17de en 18de eeuw werden in verschillende Europese landen handelscombinaties opgericht die handel dreven op Zuid- en Oost-Azië. Deze compagnieën waren bevoegd militaire versterkingen aan te leggen en verdragen te sluiten, alsmede een handelsmonopolie uit te oefenen op de door hen bevaren gebieden.

In Nederland werd op 20 maart 1602 de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De Staten-Generaal verleende aan de VOC het octrooi van een handelsmonopolie voor het gebied tussen Kaap de Goede Hoop en Straat Magalhaes. De compagnie bestond uit zes Kamers (Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn, Enkhuizen). Amsterdam had binnen de VOC een groot overwicht, maar in het college van de Heren Zeventien, waaraan het centrale bestuur was toevertrouwd, niet de absolute meerderheid van stemmen.

De VOC dreef vooral handel. Op de specerijen afkomstig van de Molukken werd veel winst gemaakt. Verder kwamen er veel katoenen en zijden stoffen uit Voor-Indië. Later verscheen op de Amsterdamse markt ook koffie.

Vanaf 1619 werd de VOC vanuit Batavia (het huidige Jakarta) in Indonesië bestuurd. Om zich te kunnen handhaven tegenover concurrenten en inheemse vijanden was de VOC ook genoodzaakt als militaire macht op te treden. Na verloop van tijd was de handel niet zo winstgevend meer en ontstonden er schulden. Alleen de tussenkomst van de staat voorkwam in 1780 een faillissement. Uiteindelijk werd de VOC in 1798 met alle baten en lasten door de staat overgenomen.

 

Back