INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN HOORN / ENKHUIZEN |
HOORN - In 2002 was het 400 jaar geleden dat de 'Verenigde Oost-Indische Compagnie' (VOC) werd opgericht. Aan dit feit werd door de zes VOC-steden in Nederland (Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn, en Enkhuizen) aandacht besteed door het organiseren van diverse evenementen en activiteiten. COMPOSITIEWEDSTRIJD Alle ingezonden werken zijn beoordeeld door een jury bestaande uit Peter Bremer (voorzitter, musicoloog, beiaardier), Wim Franken (componist, beiaardier), Mathieu Dijker (componist, beiaardier), Carl Van Eyndhoven (docent aan het Lemmens-instituut in Leuven, organist, beiaardier), en Geert Bierling (organist, beiaardier). Bij de waardering van de composities werd met name gelet op originaliteit, muzikaliteit en geschiktheid voor uitvoering op beiaard. EERSTE PRIJS Het werk Parafrase van componist Johan Adriaenssen (Noorwegen) eindigde op een tweede plaats. Als derde koos de jury Cantio matutina geschreven door Radek Rejsek uit Praag (Tsjechië). In totaal werden inzendingen ontvangen van zestien componisten uit Nederland, Tsjechië, Noorwegen, België, Groot-Brittannië, en de USA. De vereniging 'Het Carillon te Hoorn' heeft met financiële steun van de stad Hoorn de beste werken in het 'Hoorns VOC-beiaardboek' gepubliceerd. INTERPRETATIEWEDSTRIJD Een matig schijnend zonnetje begeleidde jury, publiek en deelnemers aan het eind van de middag tijdens de wandeling naar de lichte beiaard van de Drommedaris (39 klokken in middentoonstemming). Aldaar demonstreerden drie beiaardiers hun kunnen tijdens improvisaties over een door de jury gekozen VOC-lied. Leden van de jury waren Peter Bremer (voorzitter, musicoloog, beiaardier), Roel Smit (beiaardier, organist en koor-dirigent), Koen Van Assche (beiaardier), Frank Meijer (beiaardier) en Peter Plompen (pianist, componist). PRIJSWINNAARS VERENIGDE OOST-INDISCHE COMPAGNIE In Nederland werd op 20 maart 1602 de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De Staten-Generaal verleende aan de VOC het octrooi van een handelsmonopolie voor het gebied tussen Kaap de Goede Hoop en Straat Magalhaes. De compagnie bestond uit zes Kamers (Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn, Enkhuizen). Amsterdam had binnen de VOC een groot overwicht, maar in het college van de Heren Zeventien, waaraan het centrale bestuur was toevertrouwd, niet de absolute meerderheid van stemmen. De VOC dreef vooral handel. Op de specerijen afkomstig van de Molukken werd veel winst gemaakt. Verder kwamen er veel katoenen en zijden stoffen uit Voor-Indië. Later verscheen op de Amsterdamse markt ook koffie. Vanaf 1619 werd de VOC vanuit Batavia (het huidige Jakarta) in Indonesië bestuurd. Om zich te kunnen handhaven tegenover concurrenten en inheemse vijanden was de VOC ook genoodzaakt als militaire macht op te treden. Na verloop van tijd was de handel niet zo winstgevend meer en ontstonden er schulden. Alleen de tussenkomst van de staat voorkwam in 1780 een faillissement. Uiteindelijk werd de VOC in 1798 met alle baten en lasten door de staat overgenomen. |
|||