BEIAARDWEDSTRIJD KONINGIN FABIOLA 2003
 
  St. Romboutstoren  

MECHELEN - Het vijfde Internationale Beiaardconcours Koningin Fabiola vond plaats op de beiaard van de Sint Rombouts-kathedraal te Mechelen van 3 tot en met 7 september 2003. Beiaardiers van over de hele wereld waren uitgenodigd om deel te nemen. Vanaf haar oprichting in 1922 ijvert de Koninklijke Beiaardschool 'Jef Denyn' voor de bevordering en de bloei van de beiaardkunst. In dat kader organiseert de school om de paar jaar dit internationaal concours in samenwerking met de stad Mechelen.

Alle deelnemers bespeelden het nieuwe carillon van de St. Romboutstoren, in 1981 gegoten door Koninklijke Eijsbouts. Deze beiaard bestaat uit 49 klokken: Bes0 – c1 – d1 – chrom. – c5 (c1 klinkt als g0). De kandidaten waren in de gelegenheid om zowel op het toreninstrument als op de oefenklavieren in de school te oefenen.

Hoewel het bespelen van de St. Rombouts-beiaard de nodige inspanning vraagt, biedt het instrument de beiaardier een breed spectrum aan dynamische mogelijkheden. De klank van de klokken kan variëren van nauwelijks hoorbaar tot indrukwekkend en overdonderend - geheimzinnige muziek van een imposant toreninstrument, duidelijk in heel het centrum van de stad te horen.

REPERTOIRE
De kandidaten dienden negen zelfgekozen werken van hoge virtuositeitsgraad voor te leggen:

  • Drie barokwerken of classicistische werken waaronder een preludium van Matthias Vanden Gheyn
  • Drie romantische werken oorspronkelijk voor beiaard geschreven
  • Drie hedendaagse werken eveneens oorspronkelijk voor beiaard geschreven
Op de partituren mochten geen aanwijzingen voorkomen die de identiteit of de nationaliteit van de kandidaat zouden kunnen onthullen. Het verplichte werk, We Ring, We Chime, We Toll gecomponeerd door Geert D'hollander, moest zowel tijdens de schiftingsproef als de finale worden gespeeld.

SCHIFTINGSPROEVEN
De schiftingsproeven vonden plaats op woensdag 3 en donderdag 4 september 2003. Van alle kandidaten werd gevraagd het verplichte werk uit te voeren, een werk dat door de kandidaat zelf was gekozen, en nog een werk dat door de jury uit het opgegeven repertoire werd gekozen.

Niet minder dan 12 beiaardiers uit 6 landen namen deel aan deze wedstrijd op het carillon van de majestueuze St. Romboutstoren: Twan Bearda, Roy Kroezen, Henk Veldman (Nederland), Stephanie Bruggeman, Sofie Heremans, Liesbeth Janssens (België), Jeremy Chesman (USA), Charles Dairay (Frankrijk), Ana Lucia Elias (Portugal), en Sergej Gratchev, Marina Nevskaya, Elina Sadina (Rusland).

De volgorde van optreden werd bepaald door loting en de identiteit van de deelnemers was niet bij de juryleden bekend. Alleen de vijf deelnemers met de hoogste punten werden tot de finale toegelaten.

FINALE
De finale vond plaats op zaterdag 6 en zondag 7 september 2003 om 19.30 uur. De opzet ervan verschilde van vorige wedstrijden omdat er toen zes in plaats van vijf finalisten waren. Alle kandidaten speelden nu zowel op zaterdag als op zondag, terwijl bij de eerdere wedstrijden twee finalisten respectievelijk op vrijdag, zaterdag en zondag aantraden.

De vijf beiaardiers die aan de finale deelnamen werden beoordeeld door Jo Haazen (België - voorzitter), Geert Bierling (Nederland), Jan De Maeyer (België), Timothy Hurd (Australië), Karel Moens (België), Anna Maria Reverté (Spanje), en Andreas Schmid (Duitsland).

De finalisten werd gevraagd om op zaterdag drie door de jury gekozen composities te spelen: een barok- of classicistisch werk, een romantisch werk en een hedendaags werk. Alle kandidaten speelden op zondag het verplichte werk als hedendaagse compositie, een barok- of classicistisch werk gekozen door de jury en een romantisch werk dat eveneens door de jury was uitgezocht.

De optredens werden in de tuin van het Culturele Centrum van Mechelen door enkele honderden mensen beluisterd. De tuin bood niet alleen een rustige luisterplaats, maar ook een prachtig uitzicht op de toren. Een uitzicht dat nog sfeervoller werd toen tijdens de schemering de torenverlichting ging branden en het buiten steeds donkerder werd. Een keurig verzorgd programmaboek voorzag het publiek van informatie omtrent de deelnemers en de te spelen werken. Op zondag bevond ook Hare Koninklijke Hoogheid Koningin Fabiola zich onder het publiek. Na de prijsuitreiking sprak zij persoonlijk met alle kandidaten.

Het verplichte werk dat door Geert D'hollander was geschreven bleek een goed geschreven eendelige compositie met een speelduur van ongeveer 3 minuten te zijn. Een stuk met veel variatie in de dynamiek. Niet alleen interessant voor een beiaardier, maar ook aangenaam voor het publiek. Zoals altijd had iedere deelnemer zijn of haar eigen interpretatie.

PRIJSWINNAARS
De prijsuitreiking werd geleid door Jo Haazen. Koningin Fabiola overhandigde de eerste prijs ter waarde van EUR 3.000 - de prijs van de Vlaamse Minister van Cultuur - aan Twan Bearda uit Nederland. Behalve het verplichte werk bracht Twan Bearda tijdens de finale ten gehore: Toccata en Fuga in d (Johann Sebastian Bach), Allegro assai uit Symphony No. 39 (Joseph Haydn), Toccata, lied en fuga op 'Daar staat een klooster in Oostenrijk' (Staf Nees), Ballade (Jef Rottiers) en Diptiek voor beiaard (Arthur Meulemans).

Tweede laureaat was Ana Lucia Elias uit Portugal. Zij ontving de prijs van EUR 2.000 beschikbaar gesteld door de Provincie Antwerpen. De werken die door Ana Lucia Elias werden uitgevoerd waren: Passacaglia, Koraal en Fuga (Benoït J. Franssen), Reflexies (Jacques Maassen), Koekoekspreludium (Matthias Vanden Gheyn), Ballade (Jef Rottiers), en Preludium No. 3 (Matthias Vanden Gheyn).

Liesbeth Janssens uit België won de derde prijs van EUR 1.500, aangeboden door de stad Mechelen en de "Gidsenbond Mechelen". Liesbeth Janssens speelde op de St. Rombouts-beiaard de composities: Toccata, lied en fuga op 'Daar staat een klooster in Oostenrijk' (Staf Nees), Preludium No. 6 (Matthias Vanden Gheyn), Sonata a cembalo solo (Sybrandus van Noordt), Fantasie op thema's van de Byzantynse ritus (Gaston Feremans) en Battery for Bells (Raymond Schroyens).

Winnaar van de vierde prijs ter waarde van EUR 1.000 - de prijs van de stad Roeselare - was Charles Dairay uit Frankrijk. Op zaterdag en zondag speelde hij: Preludium No. 3 (Matthias Vanden Gheyn), Passacaglia, Koraal en Fuga (Benoït J. Franssen), Giocoso Frescamente (Boudewijn Zwart), Fantasie in d (Wolfgang A. Mozart) en Impromptu (Ferdinand Timmermans).

De vijfde laureaat was Henk Veldman uit Nederland. Hij ontving EUR 750, de prijs beschikbaar gesteld door de Koninklijke Beiaardschool 'Jef Denyn' en de heer Aloïs Jans, ere-voorzitter van de Oudheidkundige Kring Mechelen. Henk Veldman was gevraagd om voor jury en publiek te spelen: Chaconne uit Partita No. 2 voor viool (Johann Sebastian Bach), Toccata, lied en fuga op 'Daar staat een klooster in Oostenrijk' (Staf Nees), Passacaglia (Jos. Lerinckx), Preludium No. 10 (Matthias Vanden Gheyn) en Dithyrambe, branle en double over "Die Mey spruut uut den dorren hout" (Werner Van Cleemput).

Na afloop van de wedstrijd werd door de genodigden op de uitslag een dronk uitgebracht tijdens een receptie in het Cultureel Centrum. Het weer tijdens de finale was prima en verstoorde de wedstrijd niet, al was er één donderbui op zaterdagavond die een minuut of tien duurde.

De winnaars van de voorgaande Koningin Fabiola wedstrijden waren: Geert D'hollander (1987), Boudewijn Zwart (1990), Gideon Bodden (1993) en Tom Van Peer (1998).

 

Back